De eerste piramidewoning in Nederland werd ontwikkeld door de architecten Gerard Schouten en Gerrit de Jonge en gerealiseerd op het terrein van de Kleine Aarde in Boxtel. Het ontwerp maakt deel uit van een woon- en leefplan. Uitgangspunt is het mogelijk maken van een milieu-vriendelijke manier van wonen. De architecten wilden met een afwijkende vorm de "traditionele denkkaders" doorbreken en inspelen op de behoefte aan nieuwe leef- en woonvormen. De eenvoudige houtskeletbouw maakt het in principe mogelijk voor doe-het-zelvers om een eigen woning eigenhandig op te bouwen. De schuine vormen van de piramide, in combinatie met de grote ramen op het zuiden, werken in de praktijk energiezuinig.
Vanaf 1977 is De Kleine Aarde bezig geweest om het predikaat experimenteel te verkrijgen. In maart 1979 was het zover dat er vanuit het ministerie van Volkshuisvesting het predikaat experimenteel werd verleent, waarbij de Voorschriften en Wenken voor de woningbouw door gemeenten soepel zou worden toegepast. In eerste instantie werd dit predikaat niet verleend omdat het niet aan het model bouwverordening voldeed. tevens vond men het te experimenteel.
In 1983 is door de toenmalige Schiedamse wethouder Cris Zijdeveld de opening verricht van een piramide bij De Kleine Aarde, het ecologische project in Boxtel. Naar aanleiding hiervan hebben een aantal enthousiaste mensen in 1983 het plan opgevat in Schiedam een project op te starten om te komen tot het bouwen van piramidewoningen.
Om zo'n project zelfstandig uit te kunnen voeren is er een Stichting Piramidewonigen Schiedam opgericht. Een stichting om als rechtspersoon met de gemeente te kunnen onderhandelen en als bouwheer op te kunnen treden.
De filosofie achter de piramidewoning in Boxtel werd door de architecten Schouten en de Jonge als volgt geformuleerd: Het wonen in een piramidehuis moet zoiets zijn als het dragen van een jas. Niet te groot, maar ook niet te klein. Het moet als gegoten zitten. Niet te groot wonen omdat je je dan verloren voelt in de ruimte, eenzaam in je eigen huis. Niet te klein omdat dat weer een benauwd gevoel geeft.
Verder is de piramidewoning een andere manier van wonen, als een fase op weg naar een zoveel mogelijk ecologische manier van bouwen, wonen en leven, die zoveel mogelijk ons leefmilieu wil ontzien, tevens als middel om mensen op een optimale manier met elkaar te laten leven.
Een aantal uitgangspunten voor het te realiseren project waren onder andere dat het door mensen zelf moest kunnen worden vervaardigd, oftewel zelfbouw wat tevens een lagere kostprijs voor de woning zou opleveren, zoveel mogelijk het toepassen van milieuvriendelijke of milieuvriendelijk geproduceerde materialen, bouwen zonder subsidie waardoor er een grotere vrijheid van toe te passen materialen en ideeën mogelijk waren, vrijheid van indeling wat wil zeggen dat iedereen voor zichzelf de indeling van zijn woning moest en kon bepalen.
Bij het zelf bouwen moet men wel over veel vrije tijd en vakmanschap beschikken, zodat de keus is gemaakt voor gedeeltelijke zelfbouw, waarbij er een wind- en waterdicht casco moest worden gebouwd door een aannemer en de rest naar eigen keuze kon worden afgebouwd.
De toenmalige raadscommissie voor stadsontwikkeling bracht in 1987 een bezoek aan De Kleine Aarde en toonde na terugkomst veel sympathie voor het te realiseren project.
In overleg met de gemeente is er jarenlang gezocht naar een geschikte locatie om 16 piramidewoningen te kunnen bouwen.
Door de afdeling bouw- en woningtoezicht is er uiteindelijk een geschikte locatie gevonden, het zogenaamde metrobos aan het Faassenplein, waarna de plannen verder konden worden uitgewerkt.
Met de stedebouwkundige is er een projectopzet gemaakt, waarna door de betrokkenen een maquette is gebouwd en aan de raadscommissie is voorgelegd.
Maquette
Na een positief besluit van de raadscommissie konden allerlei procedures worden afgehandeld, waarbij de verwachting werd gewekt dat binnen 1 á 2 jaar met bouwen kon worden begonnen. Niets was minder waar. Procedures waren eindeloos, waarbij de moed soms in de schoenen zonk. Ondanks deze tegenslagen hebben de leden van de Stichting Piramidewoningen niet opgegeven en in oktober 1990 ging de eerste (houten) paal de grond in.